‘goede praktijken’ voor tilwerk in verschillende branches
Voor verschillende branches zijn sinds kort zogeheten ‘goede praktijken’ (ook wel: best practices) beschikbaar voor tilwerk. Deze goede praktijken geven de werkgever, werknemer, arboprofessionals en medezeggenschap inzicht in de manier waarop tilwerk het beste kan worden georganiseerd.
Werknemers die dagelijks voorwerpen moeten dragen of tillen, lopen het risico op lichamelijke klachten, zoals rugklachten. Met behulp van de goede praktijken ziet u hoe uw organisatie zwaar lichamelijk werk gemakkelijk lichter kan maken met eenvoudige hulpmiddelen. De goede praktijken werden ontwikkeld door TNO, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vier brancheorganisaties.
Goede praktijken voor transport, zorg, groensector en afbouw
In sommige beroepen wordt er dagelijks getild door werknemers. Denk aan zorgpersoneel of magazijnmedewerkers. Dit kan erg belastend zijn. Het is belangrijk dat uw bestuurder zich inspant om klachten te voorkomen. In de transportsector, zorg, groensector en afbouw zijn goede praktijken beschikbaar om zwaar lichamelijk werk te verlichten met hulpmiddelen. Ga na of deze goede praktijken kunnen worden opgenomen in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en of ze uitkomst bieden voor uw organisatie.
Rol van de bestuurder en OR bij gezondheid werknemers
Elke werkgever is verplicht om werknemers te beschermen. Lukt het hem niet om belastende activiteiten te beperken, dan moet hij in ieder geval zorgen dat werknemers hun werkzaamheden uitvoeren op een verantwoorde manier. De goede praktijken helpen daarbij, maar natuurlijk moet uw OR het arbobeleid en de uitvoering ervan nauwlettend in de gaten houden. Eén van de taken van een OR is het meebeslissen over regelingen voor goede arbeidsomstandigheden voor de werknemers. Zo is uw instemmingsrecht van toepassing als de bestuurder een besluit neemt over het arbobeleid.
Bron: OR Rendement