Europese Commissie start raadpleging over herziene richtlijn inzake de instelling van een Europese Ondernemingsraad (EOR)

Europees parlement stemt in met herziening richtlijn Europese Ondernemingsraden

Na lang onderhandelen heeft het Europese Parlement begin dit jaar ingestemd met de herziening van de Richtlijn Europese Ondernemingsraden. Deze richtlijn gaat uit van informatie en raadpleging voor werknemers door Europese medezeggenschap. Het doel van de herziening is om de positie van de EOR te versterken en het overleg met de lokale ondernemingsraden te verbeteren.

Herziening

Het voorstel verduidelijkt wanneer er sprake is van een internationale aangelegenheid waarbij de EOR betrokken moet worden. Het accent ligt hierbij op het zeker stellen van een tijdige en zinvolle raadpleging van de EOR. De middelen die de onderneming aan de EOR moet verstrekken moeten ook alle kosten bevatten die nodig zijn om naar de rechter te kunnen stappen (denk hierbij ook aan bijvoorbeeld reistijd en reiskosten voor een EOR-lid). De EOR moet noodzakelijke middelen krijgen om de achterban te informeren. Verder wordt een extra verplicht vergadermoment met het hoofdbestuur ingevoerd en is het de bedoeling dat de vertrouwelijkheidsplicht tussen de EOR en lokale OR wordt opgeheven, zodat deze twee medezeggenschapsorganen meer vrijuit informatie kunnen uitwisselen. Op basis van het voorstel moeten werkgevers bovendien streven naar een evenwichtige verhouding tussen mannen en vrouwen in de EOR.

De invoering van deze wijzigingen in onze wetgeving gaat nog wel even duren omdat de Europese Commissie eerst de sociale partners nog vraagt om met een voorstel te komen. Deze raadpleging is medio april gestart en zal ongeveer zes weken duren.

Wanneer oprichten EOR?

Elk jaar worden ongeveer 20 nieuwe EOR’s opgericht, ongeveer 1000 ondernemingen hebben actieve EOR’s.

Een multinationale werkgever moet met zijn werknemers onderhandelen over het oprichten van een EOR als er minimaal twee ondernemingen in verschillende Europese lidstaten zijn gevestigd met minimaal 150 werknemers. In alle ondernemingen samen moeten in twee opeenvolgende jaren gemiddeld minimaal 1000 werknemers werkzaam zijn.

Zowel de werkgever als de werknemers kunnen het initiatief nemen om een EOR op te richten. Voor de werkgever is het zelfs verplicht als minimaal 100 werknemers uit minimaal twee verschillende landen daarom vragen. De onderneming stelt vervolgens een BOG in (bijzondere onderhandelingsgroep). Deze BOG bestaat uit een afvaardiging van de werknemers uit de lidstaten waar het bedrijf actief is. Deze BOG onderhandelt vervolgens met het bestuur van de onderneming over een EOR-overeenkomst. In deze overeenkomst worden afspraken gemaakt over de samenstelling van de EOR, de bevoegdheden en procedure voor informatieverstrekking en raadpleging van de EOR. Als de onderhandelingen na drie jaar niet leiden tot een EOR-overeenkomst dan zijn de vangnetbepalingen van kracht. Dit zijn standaardbepalingen over de samenstelling van de EOR en de procedures die gelden.

Bevoegdheden EOR

De EOR heeft recht op informatie over zaken die voor de hele onderneming belangrijk zijn of voor minimaal twee vestigingen in de EER-landen (alle EU-landen en Liechtenstein, Noorwegen en IJsland). Het doel is ervoor te zorgen dat de werknemers in de betrokken ondernemingen geïnformeerd en geraadpleegd worden over:

  • structuur onderneming
  • economische en financiële situatie
  • verwachte ontwikkeling van activiteiten
  • producten en/of afzet onderneming

Voor onderstaande zaken kan zowel informatie- als raadplegingsrecht gelden:

  • ontwikkeling van werkgelegenheid
  • investeringen
  • grote veranderingen in de organisatie
  • invoering van nieuwe werkmethoden en/of productieprocessen
  • verplaatsing van producties
  • fusies
  • inkrimping of sluiting
  • collectief ontslag
Schuiven naar boven