Zeggenschap OR over pensioenregeling

De komende jaren gaat er veel veranderen op het gebied van pensioenen. Het is daarom goed om te weten welke rol de OR hierbij heeft. In dit artikel zet ik uiteen wanneer de OR instemmingrecht heeft en wanneer de OR geen enkele zeggenschap heeft.

Wettelijke bevoegdheid OR: artikel 27 WOR

De zeggenschap van ondernemingsraden op het gebied van pensioenen is geregeld in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR, artikel 27 lid 1). Hierin wordt bepaald dat de werkgever de instemming nodig heeft van de OR voor elk door hem voorgenomen besluit tot vastelling, wijziging of intrekking van een regeling op grond van een pensioenovereenkomst, een winstdelingsregeling of een spaarregeling. Een pensioenovereenkomst regelt onder andere:

  • het toegezegde pensioensysteem
  • de jaarlijkse pensioenopbouw of premie inleg
  • de eigen bijdrage
  • het partnerpensioen
  • het wezenpensioen

Het instemmingsrecht ziet op elk voorgenomen besluit van de bestuurder tot vaststelling, wijziging of intrekking van de pensioenovereenkomst. De OR heeft GEEN  instemmingsrecht als er sprake is van een verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds of als de pensioenregeling is geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst.

Instemmingsrecht ondernemingsraad pensioenregeling

Als de werkgever nog geen pensioenregeling heeft dan kan de OR het initiatief nemen om een pensioenregeling op te stellen. Als de werkgever wel al een pensioenregeling toezegt en deze is niet afgesproken in een cao, bedrijfstak- of ondernemingspensioenfonds dan heeft de OR instemmingsrecht. De pensioenregeling zal in dit geval zijn ondergebracht bij een verzekeraar, een premiepensioen instelling (PPI) of een algemeen pensioenfonds. De OR speelt in dit geval een belangrijke rol bij de vaststelling, de wijziging of de intrekking van een pensioenregeling. De werkgever zal in alle gevallen het advies van de OR moeten vragen voordat een definitief besluit over de pensioenregeling kan worden genomen. De instemming moet worden gevraagd en het besluit moet schriftelijk aan de OR worden voorgelegd voordat de werkgever het besluit neemt.

Wat als de OR niet instemt?

Het instemmingsrecht is een medebeslissingsrecht. De OR en de werkgever moeten het met elkaar eens worden. Wanneer de OR niet instemt met de voorgestelde wijziging kan de werkgever de wijziging niet doorvoeren. Doet de werkgever dit toch, dan kan de OR via de kantonrechter proberen te verhinderen dat de werkgever de nieuwe regeling invoert. Op zijn beurt kan de werkgever via de kantonrechter proberen toestemming te krijgen om de gewijzigde pensioenregeling uit te voeren. De kantonrechter zal toestemming verlenen als het standpunt van de OR onredelijk is of het voorgenomen besluit van de werkgever voortkomt uit zwaarwegende bedrijfseconomische belangen. Tegen een besluit van de kantonrechter staat beroep open bij de rechtbank, zowel voor de werkgever als de kantonrechter geen toestemming verleent, als voor de OR in het geval de kantonrechter de toestemming wel verleent.

Instemmingsrecht OR bij keuze of verlenging pensioenuitvoerder

Als de pensioenregeling bij een verzekeraar, een premiepensioen instelling of een algemeen pensioenfonds is ondergebracht en de werkgever wil deze wijzigen dan heeft de OR instemmingsrecht. De OR heeft echter ook instemmingsrecht bij de keuze van een van deze pensioenuitvoerders. De regeling hoeft hierbij niet te veranderen! In de praktijk zijn er drie momenten waarop een OR invloed heeft bij de keuze van een pensioenuitvoerder:

  1. Bij wijziging van een pensioenregeling. Nadat een OR onderhandeld heeft met de werkgever over de pensioenregeling moet deze worden uitgevoerd. De werkgever en de OR besluiten samen welke pensioenuitvoerder de beste is.
  2. Bij einde van het pensioencontract. Als een pensioencontract afloopt moet de werkgever een nieuw pensioencontract sluiten. Dit kan bij de bestaande uitvoerder zijn maar kan ook bij een nieuwe pensioenuitvoerder. In beide gevallen heeft de OR instemmingsrecht.
  3. Op een afgesproken tijdstip. Soms is er een pensioencontract voor onbepaalde tijd afgesproken. Ik raad aan om vooraf af te spreken dat het contract om de 5 jaar  geëvalueerd wordt. Het klakkeloos door laten lopen van een pensioencontract is nagenoeg altijd onvoordelig voor werkgever en werknemer.

Pensioenregeling bij een bedrijfstakpensioenfonds

De invloed die de OR op pensioengebied kan uitoefenen is afhankelijk van de pensioenuitvoerder. De meeste werknemers in Nederland bouwen pensioen op bij een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds. De regeling geldt dan voor iedereen die in deze bedrijfstak werkzaam is. Voorbeelden zijn landbouw, bouwnijverheid en de zorg. Als de pensioenregeling bij een bedrijfstakpensioenfonds is ondergebracht, is de rol van de OR beperkt. Het arbeidsvoorwaardenoverleg wordt voor de gehele bedrijfstak gevoerd door de vakbonden. De werkgever doet niet zelf een pensioentoezegging aan zijn werknemers, maar doordat de werknemer werkzaam is in een bedrijfstak waar een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds is, moet de werknemer toetreden tot dat fonds.

Toch zijn er situaties waarbij de aandacht van de OR vereist is. Zo is het belangrijk dat de OR onderzoekt of bij een wijziging van omstandigheden (fusie of overname of wijziging in de bedrijfsactiviteiten) de verplichtstelling van het bedrijfstakpensioenfonds nog van toepassing is. Een voorbeeld hiervan is een bedrijf dat meubels maakt en besluit zich te gaan toeleggen op het maken van kozijnen. Om er achter te komen of er bij jouw bedrijf sprake is van een verplichte pensioenregeling via een bedrijfstakpensioenfonds kun je kijken op de website van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

https://www.uitvoeringarbeidsvoorwaardenwetgeving.nl/mozard/!suite86.scherm0325?mVrg=216

Op deze website staan sectoren die een verplichte pensioenregeling hebben. Als je de pensioenregeling vervolgens op internet opzoekt kun je vinden hoe deze eruit ziet. Als het een magere pensioenregeling is kan de OR met de werkgever in overleg gaan om een extra pensioenregeling toe te zeggen.

Extra pensioenregeling binnen het bedrijf: instemmingsrecht excedentregeling

De meest voorkomende situatie is dat er binnen het bedrijf bovenop de pensioenregeling van het pensioenfonds een extra pensioenregeling wordt toegezegd. In de praktijk zien we vaak dat er bij een bedrijfstakpensioenfonds slechts tot een maximaal inkomen van bijvoorbeeld € 60.000 pensioen wordt opgebouwd. Ontvangt een werknemer een hoger salaris dan wordt over het deel boven € 60.000 geen pensioen opgebouwd. Veel werkgevers doen wat extra’s zodat werknemers over hun volledige inkomen pensioen opbouwen. Men noemt dit een excedentregeling. De OR heeft instemmingsrecht over deze excedentregeling.

Pensioenregeling bij een ondernemingspensioenfonds

Een tweede mogelijkheid is dat er aan de onderneming een eigen pensioenfonds is verbonden waar de pensioenregeling is ondergebracht. Voorbeelden hiervan zijn Shell of Ahold. De OR heeft dan geen instemmingsrecht. Wel kan de OR invloed uitoefenen doordat ze betrokken kunnen worden bij de benoeming van de werknemersvertegenwoordigers (bestuursleden) van het ondernemingspensioenfonds. Vaak is de rol van de OR in de statuten van het ondernemingspensioenfonds vastgelegd. Zo kan er afgesproken worden dat de OR bij wijzigingen van de pensioenregeling een adviesrecht krijgt en kan er expliciet omschreven worden hoe de OR betrokken wordt bij de benoeming van bestuursleden.


Pensioenregeling in de cao vastgelegd

Ook zijn er sectoren waar geen verplichte pensioenregeling bij een bedrijfstakpensioenfonds is afgesproken maar de pensioenafspraken in de cao zijn vastgelegd. De pensioenregeling maakt onderdeel uit van het arbeidsvoorwaardenoverleg dat de werkgever voert met de vakbonden. Voorbeelden hiervan zijn de cao van de banken en de cao verzekeringsbedrijf. In deze cao’s staan pensioenregelingen beschreven die de werkgever minimaal verplicht is aan de werknemer toe te zeggen. De OR heeft dan alleen instemmingsrecht op de keuze van de pensioenuitvoerder. In de praktijk onderzoekt de werkgever samen met de OR welke uitvoerder het beste past bij de onderneming. Denk hierbij aan de keuze tussen een verzekeraar, premie pensioeninstelling of algemeen pensioenfonds.

Extra pensioen bovenop de cao

Als er in de cao een pensioenregeling is vastgelegd zie je vaak dat bedrijven iets extra’s doen. Bijvoorbeeld over de 13e maand wordt wel pensioen opgebouwd en in de cao staat dat dit niet verplicht is. Of de inleg binnen een premieregeling is hoger bij het bedrijf in vergelijking met de cao. Positief afwijken van de cao is uiteraard toegestaan. De OR heeft dan instemmingsrecht over deze extra’s. In de praktijk kan dit best lastig zijn. Als in de cao de pensioenregeling wordt aangepast hoe bewegen de extra’s dan mee?  Let op: indien de inhoud van de pensioenregeling geheel bij cao wordt bepaald heeft de OR geen instemmingsrecht. Maar meestal is er in aanvulling op de cao een excedentregeling getroffen, waarop de OR wel invloed kan hebben.

Samengevat instemmingsrecht OR over pensioenregeling

SituatieInvloed ORLet op!
Er is (nog) geen pensioenregelingWel invloedInitiatief nemen richting werkgever om pensioenregeling op te stellen
De pensioenregeling is ondergebracht bij een verzekeraar, premiepensioeninstelling of algemeen pensioenfondsWel invloed, zie artikel 27 WORInstemmingsrecht bij vaststelling, wijziging of intrekking regeling. Instemmingsrecht bij keuze uitvoerder of verlenging contract
De pensioenregeling is die van een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfondsGeen invloed1. Mogelijk aanvullende regeling boven niveau van het pensioenfonds (excedentregeling)
2. Bekijken of bij fusie, overname of wijziging bedrijfsactiviteiten de verplichtstelling nog van toepassing is
Er is een ondernemings-pensioenfondsGeen wettelijke invloed, maar aanvullingen zijn mogelijk1. OR kan bevoegdheid krijgen werknemersledenbestuur te benoemen
2. Bovenwettelijke bevoegdheid om advies te krijgen bij wijzigen regeling.
De pensioenregeling is bij CAO geregeldGeen invloedMogelijk aanvullende regeling boven CAO-niveau (bijvoorbeeld wel pensioen opbouw over 13e maand of een excedentregeling)

Als je vragen hebt over dit artikel. Of als je twijfelt of je OR een rol heeft op het pensioendossier. Bel of mail ons dan.

Dit artikel is geschreven door Hans Kennis. Hij is als trainer op het gebied van pensioenen verbonden aan de avm. Hans geeft naast pensioenopleidingen ook advies aan ondernemingsraden over pensioenen. Zo is Hans al ruim 25 jaar adviseur voor ondernemingsraden bij pensioenwijzigingen.

Schuiven naar boven