Scholingskamer oordeelt over keuzevrijheid OR

Onlangs stapten een bestuurder en OR samen voor bemiddeling naar de Scholingskamer van de Bedrijfscommissie Markt I. De bestuurder en de OR hadden samen een bemiddelingsverzoek ingediend bij de Scholingskamer. Zij verschilden namelijk van mening over de rechten van beide partijen als het ging om de opleiding van OR-leden.

OR wil zelfstandige beslissing over scholing nemen
De bestuurder wilde het recht van de OR op OR-scholing op dezelfde wijze behandelen zoals dat in de organisatie ook wordt gedaan met de ontwikkelbehoefte van werknemers. Werkgever en werknemer bepalen dan samen of er behoefte is aan een bepaalde ontwikkeling en naar aanleiding daarvan wordt een passende ontwikkelfaciliteit gekozen. De OR is echter van mening dat zij meer zelfstandige beslissingen mogen nemen over hun scholing.

De kosten voor OR-scholing mogen niet te bont worden gemaakt
Uit het verslag van de Scholingskamer blijkt dat de OR in beginsel en binnen het redelijke zelf mag bepalen hoe de dagen die hij nodig denkt te hebben voor scholing worden ingevuld. ‘In beginsel’ geeft hierbij aan dat de OR binnen het wettelijke minimum zelf het aantal dagen mag bepalen, maar als de OR meer dagen scholing nodig denkt te hebben, dat hij daarvoor de instemming van de bestuurder nodig heeft. ‘Binnen het redelijke’ geeft aan dat de kosten voor de scholing ongeveer in de buurt moeten liggen van de richtbedragen voor OR-scholing.

Overleggen over inhoud OR-scholing is verstandig
De OR mag ook zelf de inhoud van de cursus bepalen, maar om de arbeidsverhoudingen goed te houden, is het natuurlijk verstandig om hierover wel te overleggen.
Heeft uw OR een geschil met de bestuurder over de scholing voor uw OR, dan kunt u een verzoek om bemiddeling indienen bij de Bedrijfscommissie. De OR en de bestuurder mogen dat afzonderlijk of gezamenlijk doen.

Bron: Rendement
 

Schuiven naar boven